Pol Pot op het liefdespad
Een roman in dit ernstige blad? Toch wel als het om een liefdesdrama gaat in het Cambodja dat net onafhankelijk is geworden. De mooie Somaly wordt in 1955 het lief van de vrijheidsstrijder Sar – die later de naam Pol Pot zal dragen – en ook de vicepresident Sam Sary laat zijn oog vallen op Somaly. Persoonlijke gebeurtenissen die de loop van de wereldgeschiedenis beïnvloeden, zeg maar. Een diepgaande roman ook, goed en vlot geschreven. De auteur leefde jarenlang in Cambodja en publiceerde eerder al “De glimlach van Pol Pot”, waarin hij de opkomst van de Rode Khmer schilderde en de genocide die erop volgde met miljoenen slachtoffers.
Sar kon als een van de 22 beursstudenten in 1949 naar Parijs gaan studeren, hij leerde het Franse imperium van binnenuit kennen. Naar buiten uit presenteert hij zichzelf als één van de leidende figuren van de oppositie, naar binnenuit bereidt hij een communistische staatsgreep voor. Niemand van de leiders van de oppositie is hiervan op de hoogte, ook de oude dichter Vannsak niet. Naar buiten uit was hij de respectabele secretaris van een van de voormannen van de oppositie. Somaly was een dame met heel wat contacten aan het Cambodjaans hof, maar ook onder de revolutionairen en onder de politici in de hoofdstad.
De pen van auteur Peter Fröberg Idling dringt diep door in het hoofd van Sar, van Pol Pot. Die waardeert de uiterste eenvoud van de barrevoetse monniken, die als voorbeeld zouden kunnen dienen voor de politieke strijd. “Bij hen is de basis reeds gelegd, wat belangrijk zal zijn als eenmaal de tijd aanbreekt waarin ontberingen dienen te worden geaccepteerd om de samenleving te kunnen hervormen. De dag waarop de middelen zullen worden verdeeld: van ieder naar vermogen, aan ieder naar behoefte”. De latere communistische revolutie én haar gevolgen klinken al door.
Flarden van de Cambodjaanse geschiedenis breken her en der door: hoe de grootvader van de Cambodjaanse prins de Fransen – juist de Fransen! – om hulp moest vragen om te voorkomen dat het land door Vietnamezen en Thai onder de voet zou worden gelopen. Voor Sar is het duidelijk dat de monarchie reactionair is en dus moet gaan. De communistische ijzeren logica duikt steeds vaker op, naargelang het verhaal zich verder ontplooit: “Je zag hoe ook de rijkdommen der aarde zich lieten omvatten, hoewel deze begrensd zijn. Het totaal aan hulpbronnen is een communicerend vat. Om één persoon rijk te laten worden moet een ander arm worden. Om Europeanen en Amerikanen in overvloed te laten leven moeten miljoenen en miljarden anderen in armoede achterblijven”. Er moet een einde komen aan de onrechtvaardigheid, je hoort het Sar bijna luidop denken – maar hij houdt zich steeds in, want hij moet de schijn hoog houden…
Een verhaal met intriges. Intriges binnen intriges. Beschrijvingen die perfect weergeven hoe de verschillende politieke kampen tegenover elkaar stonden: “vicepremier Sam Sary, het grootste zwijn van alle zwijnen die de regering telt”. De geheime boodschappen, de codetaal, de schizofrenie die hier en daar de kop opsteekt, en die ongetwijfeld de voorbode is van zwaar totalitair onweer. Terwijl Sam Sary, van prinselijken bloede, en vicepremier van Cambodja, droomt van een “Amerika aan de Mekong”, een Cambodja, waar zijn voorvaderen met welwillendheid zullen op neerkijken. “Ideologieën zijn volgens patriarch Sary (de vader van Sam Sary) niets anders dan Europese hersenspinsels die de mensen in dit deel van de wereld alleen maar op een dwaalspoor brengen. Zijn analyse? Macht is een constante, waarbij de instituten in de loop van de eeuwen slechts marginaal van vorm veranderen. Revolutionairen bewerkstelligen slechts een wisseling van de poppetjes, die op dit moment in het paleis slapen en van de toiletten aldaar gebruikmaken. De basis waarop het buitenwerk gebouwd is blijft hetzelfde”. Terwijl de vader gewoon de voortzetting van de oude traditionele orde wenst – mét andere, dit keer Cambodjaanse poppetjes – zet zoon Sam Sary zijn eerste stappen richting socialisme. Te laat, zal achteraf blijken.
De ganse roman speelt zich af op enkele maanden tijd in het jaar 1955, voorafgaand aan de verkiezingen. Het slot van de roman verklappen, zou werkelijk heel flauw zijn, en dat doe ik dus niet. Een roman die buiten de romangrenzen kleurt. Best aangenaam tijdverdrijf.