In zijn hoofdwerk De opstand van de massamens (1930) doordenkt Ortega in welke richting onze democratische maatschappij zich zou kunnen ontwikkelen. Hij ziet een groeiende rol van de massacultuur, een overwaardering van de overheid, een falende elite en een bevolking die vooral tevreden is met zichzelf. Ortega's analyse laat zich lezen alsof zij gisteren geschreven is. Hij is zich ervan bewust dat de rol van de negentiende-eeuwse elite is uitgespeeld. Maar wie of wat kan de beschaving dan in goede banen leiden? Dat vraagt om een wedergeboorte van de filosofie en een nieuwe elite van mensen, van welke rang of stand ook, die zich in dienst stellen van een groter ideaal. Niet denkend in rechten, maar in plichten. Niet zelfgenoegzaam, maar alert. Niet dogmatisch, maar vormend.
Eerste integrale Nederlandse editie
Ingeleid, vertaald en geannoteerd door Diederik Boomsma
Met een nabeschouwing van Mario Vargas Llosa