De Smalle Weg naar het Verre Noorden

Auteur(s)
Flanagan Richard
Uitgever
De Bezige Bij
ISBN
9789085425700

De Smalle Weg naar het Verre Noorden

De tweede oorlog van Nederland

Nederland herdenkt in 2015 twee oorlogen, het krijgsgeweld en de bezetting die wij met hen deelden in 1940-1945, en het veel bloederigere gevecht in Nederlands-Indië, dat deels eindigde na de overwinning op de Japanners in augustus 1945, waarop de Indonesiërs in dezelfde maand en eenzijdig hun onafhankelijkheid uitriepen. Dat leidde tot de gewelddadige “politionele acties” van Nederland in de kolonie en het verzet van de Indonesische vrijheidsstrijders.

Geen Kwai-rivier

Een meesterlijk boek dat het conflict tussen de Japanners en de geallieerden – waaronder Nederlanders, Javanen, Australiërs, Britten en Amerikanen -, en de koloniale avonturen van Europa, in romanvorm giet, is “De Smalle Weg naar het Verre Noorden” van de Australische schrijver Richard Flanagan. Wie ooit het zoeterige “De brug over de Kwai-rivier” waardeerde, met de besnorde en half lachwekkende David Niven, zal schrikken. De verdorven wreedheid van de Japanners bij de uitbuiting van de honderdduizenden slaven die de militaire spoorweg door de jungle van Birma moesten aanleggen, in tropische hitte en over honderden kilometers rotsen, steekt de Duitse Einsatztruppen van de Tweede Wereldoorlog in Oekraïne, Wit-Rusland en de Baltische republieken – de bloedlanden van Centraal-Europa – naar de kroon. De Japanners versleepten onder meer 270.000 Javanen en Nederlanders naar Zuidoost-Azië. Deze “romoesja’s” werden ingezet bij de Birmaspoorweg, een belangrijk militair object dat de Japanse bezetting moest consolideren. Van al die slaven keerden er 52.000 terug, sterftegraad: 80%.

Arch Flanagan was een Australische soldaat, gevangengenomen door de Japanners. Hij werd een vertrappelde van de bijna-mythische “Dunlop’s Thousand”, geleid door luitenant-kolonel Edward Dunlop. Hij en zijn maten bouwden aan de “Spoorweg des Doods” tussen Thailand en Birma. Cholera, martelingen, zelfmoorden, helleschepen en later slavenarbeid in de steenkolenmijnen onder de Japanse binnenzee – nadat de overlevenden op het einde van de oorlog naar de buurt van Hiroshima werden versleept -, roeiden honderdduizenden geallieerde soldaten en Aziaten uit. Wie de dodentochten overleefde, kende voortaan twee categorieën schepsels: zij die gezwoegd hadden aan De Lijn en de rest van de mensheid, schrijft Richard Flanagan, zoon van Arch. Richard Flanagan wordt aanzien als één van de fijnste Australische romanciers van zijn generatie. Hij liep vanaf 2001 in de kijker met “Gould’s Book of Fish”, een klassieker van de gevangenisliteratuur, zoals “Papillon” van Henri Charrière en de Goelag-teksten van Alexander Solzhenitsyn. Voor hij het boek over zijn vader en diens medegevangenen aanvatte, schreef hij andere teksten, alvorens zich rijp te achten voor het romanverslag over de ziekten, luizen, afranselingen, terreur, moorden en folteringen langs De Lijn.

Stomende liefde

De jonge hoofdpersoon, Dorrigo Evans, begint, voor hij als militair naar Java vertrekt, nog een korte maar stormachtige romance met de jonge vrouw van een oudere oom. De herinnering aan die weinige uren houdt hem recht tijdens de afdaling in de hel. Het boek van Flanagan is spannend, prikkelend en verontrustend. Hij verweeft in de intrige één van de meest bekende epossen van de Japanse dichtkunst: “Oku non Hosomichi”, een proza-en-vers-poëem over een gevaarlijke en eenzame voettocht van de zestiende-eeuwse Matsuo Basho. De romantitel van Flanagan is de vertaling van “Oku non Hosomichi”. Het gedicht verwoordt het raadselachtige van de Japanse wijsheid en wreedaardigheid. De slaven van De Lijn ervaren de fanatieke toewijding van de kampoverste aan de Japanse keizer en de onderwerping van het eigen ego aan het welbevinden van de nationale samenleving. De kampoverste is een tiran, en een drugsverslaafde, maar eveneens een patriot en een liefhebbende vader. Richard Flanagan toont hoe de Japanners en hun gevangenen door de oorlog allemaal metamorfoseren. Zinsneden en delen van hoofdstukken van de roman kan men wekenlang niet uit het hoofd bannen. Dit is Grote Letterkunde, te lezen als herdenking van de tweede oorlog van Nederland.