“Ik heb nooit begrepen dat Abou Jahjah in bepaalde linkse kringen omarmd werd als een soort vrijheidsstrijder die de arme moslims wilde bevrijden van de onderdrukking.”
In zijn nieuwste boek “De weg naar radicale verzoening” pleit radicalisatiespecialist Montasser AlDe’emeh voor, jawel, een radicale verzoening tussen autochtonen en (islamitische) allochtonen. Dit klinkt misschien een beetje soft, maar de grootste verdienste van dit boek is dat Montasser taboedoorbrekend werkt en harde kritiek levert op een aantal attitudes en mentaliteiten bij vele moslims van (hoofdzakelijk) Marokkaanse origine.
Het boek is een lang interview afgenomen door Jan Lippens, ex-journalist van De Morgen, De Standaard, VTM en Humo en momenteel werkzaam bij Knack. Op de achterflap staan lovende commentaren van Ludo Abicht, Robert Fisk en Rudi Vranckx. (Overigens, hoe de Brit Robert Fisk in staat is een Nederlandstalig boek te lezen en te interpreteren, is ons een raadsel. De citaten van Abicht en Vranckx geven bovendien de indruk dat het hier eerder gaat over algemene uitspraken over AlDe’emeh in plaats van reacties op z’n jongste publicatie.) Het denken van de in Jordanië geboren maar in Oost-Vlaanderen opgegroeide Palestijn AlDe’emeh is geëvolueerd. Zijn centrum “De weg naar”, dat als doelstelling had teruggekeerde Syriëstrijders herop te voeden, bestaat niet meer. Meer zelfs, hij vindt nu dat men terugkeerders helemaal niet kan heropvoeden en dat een repressieve aanpak de enige mogelijkheid is. Waar je volgens Montasser wel werk van moet maken, is preventie om te voorkomen dat er nog jongeren richting Syrië vertrekken.
Op welke manier verzoenen?
De radicale verzoening bestaat er niet in dat we samen de gitaar nemen, “peace and love” zingen en in elkaars armen vallen, nee, ze bestaat erin dat we een kat een kat noemen, de problemen bij naam noemen, en ook die houdingen en denkbeelden bij Marokkanen die problematisch zijn aanklagen.
Iets wat ‘t Pallieterke al meer dan dertig jaar doet, dus. Dat leidt in het boek af en toe tot leuke uitspraken in de zin van: “Niet de cartoons van Charlie Hebdo maken het geloof van moslims belachelijk, dat doen ze zelf”, “De EU hoeft uiteraard geen muren te bouwen, maar ze moet wel haar grenzen veel strenger controleren en bewaken”, “Weet je dat Hitler in Brusselse cafés en theehuizen onverbloemd wordt verheerlijkt?”, en wat vluchtelingen betreft: “Ik ben voorstander van opvang in de moslimlanden zelf, waar de oorlog niet woedt”.
We gaan verder: “In feite heeft de AEL de deur op een kier gezet voor de politieke islam”, “We moeten de botsing van beschavingen erkennen, want we hebben ze veel te lang bijna krampachtig ontkend”, “Sommige moslims zetten kinderen op de wereld omdat dat kinderbijslag en andere sociale voordelen oplevert. Ik verzin het niet”.
En: “Ik roep op tot verzoening met seculiere waarden en normen. Wie de problemen onderschoffelt en onderschat, belemmert net die verzoening.” Nou moe! AlDe’emeh zegt dingen die politiek correct Vlaanderen niet wil horen, wat irritatie oproept.
En de eerste geïrriteerde is, jawel, interviewer Jan Lippens, die in het boek Montasser trakteert op vragen en opmerkingen genre: “Scherpt u de vooroordelen over de moslimgemeenschap in België niet aan?”, “U geeft de islamofoben gelijk: die moslims zijn onderontwikkeld en achterlijk”, “Een kalifaat in Brusselse wijken? U overdrijft”, “Daders van terreur hebben volgens u geen rechten meer?” En: “U veralgemeent zoals de meest platvloerse populisten en islamofoben.”.
“De weg naar de radicale verzoening” is een goed boek dat als basis kan dienen voor een verdere dialoog tussen autochtonen en bepaalde islamitische allochtonen.
Of Montassers boek in die islamitische kringen gelezen zal worden, is lang niet zeker. Wat gaat u doen om ook met hen verder taboebrekend te dialogeren, en uw denkbeelden te confronteren met de hunne, mijnheer AlDe’emeh?