‘God in Frankrijk’ behandelt de opkomst en de neergang van het koninklijk absolutisme tegen de achtergrond van de godsdienstige conflicten in de zestiende en de zeventiende eeuw.

Dit werk toont, vanaf de tijd van Reformatie en Contrareformatie, de wisselwerking tussen de religieus verdeelde Franse adel en het zich centraliserende ancien régime dat zijn culminatiepunt vond in de megalomanie van Versailles. Hiermee werd echter de ondergang van het koninkrijk ingezet, wat werd beklonken met de Franse Revolutie.

Dit alles wordt geplaatst in een breder Europees verband, met verwijzing naar vergelijkbare ontwikkelingen in de Nederlanden.

Voorts maakt dit werk duidelijk hoe in dit tijdskader de basis is gelegd van Frankrijk als lekenstaat, de gekoesterde ‘laïcité’.

‘God in Frankrijk’ confronteert ons, inwoners van de Lage Landen, met een gemeenschappelijk Europees verleden waarin een bloedige strijd binnen de christenheid werd uitgevochten.