Heraut van de nouvelle droite of nieuwrechts in onze Lage Landen, bezieler van het opmerkelijke Teksten, Kommentaren en Studies (TeKoS), erudiet denker, historicus en ideoloog, behoeft Luc Pauwels geen nadere voorstelling.
Ter gelegenheid van Pauwels’ 75ste verjaardag is het gelukkige initiatief opgevat en uitgevoerd om met een vriendenboek hulde te brengen aan zijn markante figuur.
De uitgave is verzorgd door ID (Identiteit) van het gelijknamige vormingsinstituut en documentatiecentrum in Izegem – waarvan de voortreffelijkheid hier terloops mag worden vermeld.
Het genre van het liber amicorum heeft de zeer eigen charme dat het de bijdragers een grote vrijheid geeft, zodat een rijke waaier van onderwerpen, persoonlijkheden en invalshoeken aan bod kan komen.
Met een vijftigtal bijdragen – naar inhoud en omvang bijzonder gevarieerd – is het Vriendenboek Luc Pauwels hiervan een mooi voorbeeld.
Wel maakt dat het onmogelijk om hier aan alle teksten recht te doen; we beperken ons tot enkele opvallend boeiende of originele stukken.
‘Ah, les Flamands’, luidt de titel van de bijdrage van Alain de Benoist (blz. 55-66). We hadden van de “Godfather” van de nouvelle droite een eerder academisch stuk verwacht, maar hij koos voor een persoonlijke, zelfs intimistische benadering. De Benoist brengt een oprechte – gelukkig niet kritiekloze – liefdesverklaring aan Vlaanderen en betrekt daar een stukje Vlaams-Henegouwse familiegeschiedenis bij. Hij schetst zijn samen met Pauwels doorlopen ideologisch en activistisch parcours en wijdt interessante beschouwingen aan hun gemeenschappelijke authentieke Europa-gedachte.
Over Europa – onvermijdelijk een hoofdthema in dergelijk boek – heeft ook Koenraad Elst het. In ‘Luc Pauwels en Europa’ (blz. 90-94) ziet hij een federaal, mits welbegrepen, Europa als belichaming van de Rijksgedachte, tegengesteld uiteraard aan de jakobijnse en de natiestaatopvatting. Zelfs de veelgesmade eenheidsmunt is voor Elst niet zonder positieve kanten. Een kort, maar prikkelend stuk.
De politiek-filosofische elementen en vriendschapsgetuigenissen zijn vanzelfsprekend prominent aanwezig, maar het boek wordt ook “verlucht” door enkele aan Luc Pauwels opgedragen op zichzelf staande essays. Zo levert chirurg Rob van Hee het prachtige artikel ‘De iconografie van Vesalius: grondslag van de hedendaagse anatomie-afbeeldingen’ (blz. 110-122). Hij behandelt dit onderwerp, dat een leek zou kunnen afschrikken, op meeslepende wijze. Een echte hommage aan de Nederlandse en Europese cultuur- en wetenschapshistorie; passender kan eigenlijk niet.
Mark Grammens geeft krachtig betekenis aan het begrip “revolutionair-conservatisme” (blz. 106-109) dat hij poneert als enig hoopgevend alternatief tegen vermolmd “links” en verstard “rechts”.
Daarmee belanden we bij hét “pauweliaanse” kernmotief: de conservatieve revolutie. Omstandig en met een uitzonderlijke, wetenschappelijke kennis van zaken wordt dit rijke en fijnmazige terrein ontgonnen door Erik Arckens (blz. 7-46) in een verhandeling die het koninginnenstuk van het boek mag genoemd worden. Dit ‘Facetten van de conservatieve revolutie’ gaat diepgaand in op de “conservatieve revolutie”, haar vormgevers, ideologen en interpretatoren, verschillende inhoudelijke, historische en ruimtelijke (Duitsland/Frankrijk) uitdrukkingen. Nog al te weinig bekende of bestudeerde aspecten komen aan bod, zoals enige bepalende zaken uit de Weimar-republiek en, dichter bij huis, de Nederlandse denkontwikkelingen uit het interbellum. Uitgemond wordt bij de fascinerende Joris van Severen, diens positionering en typologie, waarover Luc Pauwels een standaardwerk schreef en waarbij Arckens nog grote verfijning aanbrengt.
Als gebreken van deze publicatie moeten we opmerken: de afwezigheid van een inhoudsopgave en – erger – van een personen- en zaakregister (wat wel had gemoeten in een zo uitgebreid werk) en, ondanks de bewuste en verantwoorde keuze voor het niet vertalen van anderstalige teksten, het ontbreken van dan tenminste een korte Nederlandse samenvatting van die teksten.
Het Liber amicorum Luc Pauwels verdient hoe dan ook een ruime verspreiding. Zelfs voor wie minder voeling heeft met de nieuwrechtse ideeënwereld, of het leven en werk van Luc Pauwels in het bijzonder, is deze publicatie verrijkend en uitdagend. Kortom, voor iedereen die zich ter rechtse en/of conservatieve zijde bevindt.