De bescheiden en stille Kempense schrijver, belezen én gelezen, vierde op 3 maart 2016 zijn 88e verjaardag. Dat hij nog niet uitgeschreven is na een lang leven vol romans, (maatschappijkritische) essays en novellen, bleek uit zijn dichtbundel ‘Omzien’ (verschenen in januari 2016), waarin hij letterlijk en figuurlijk omziet naar zijn leven middels heerlijke verzen.
Voor hem werd het dichten een medium, waarvan hij zelf ooit zei: “In de loop van een gezegend leven mocht ik ervaren dat poëzie aan het bestaan een dimensie toevoegt die ik niet meer wil missen.” Het zit hem dan ook in de vingers. Hij houdt als Vlaming-uit-één-stuk van zijn volk, zijn streek, zijn tuin en bezingt dat in plastische, eigentijdse verzen. Zijn grote bewondering voor Anton van Wilderode en Ida Gerhardt is duidelijk voelbaar. Zijn stijl brengt hem daardoor tevens in de sfeer van de vermaarde Zuid-Afrikaanse dichteres Elisabeth Eybers.
In deze bundel staat Jan Veulemans stil bij zijn leven en dankt hij voor genoten ervaringen, de groten die hem inspireerden, de mensen rondom hem, de idealen die hij mocht koesteren. Maar tegelijk hoopt hij op een toekomst die niet meer de zijne zal zijn, maar toch zal gedragen zijn door wat hem bekoorde en bezielde. Getuige hiervan de laatste strofe uit ‘Senior’:
Wat bleef is een blik op de oogst
besef te hebben gediend
ondanks het vallen herhaaldelijk,
de zwakheid, de doorn van verraad,
de zwelling van het geweten
en het gerijpte kwaad.
Niets blijft zichzelf
niets vergaat.
Het laatste gedicht uit deze bundel kan dan ook over niet anders gaan dan de dood, ‘bezongen’ in het gedicht ‘Eindscore’, waarvan de tweede strofe als volgt gaat:
Dood is genade
na een bewind van kommer
na de gedeelde zoektocht
het hopen en het raden
het vorsen naar de zin
langs kronkelpaden.
De lezing van deze bescheiden bundel verdient warme aanbeveling. De sfeer, de gedegen beheersing van het woord en de fijnzinnige beschouwingen zijn strelingen voor oog en zinnen.
Jan Veulemans is lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en ontving meerdere prestigieuze literaire prijzen. Hij publiceerde bij tal van uitgeverijen, o.m. Desclée De Bouwer, Van In, Lannoo, C. de Vries–Brouwers, Davidsfonds, Heidebrand, De Clauwaert, Kramat en zelfs… Egmont. In 2008 werd hij ereburger van zijn geboortestad Turnhout.