Ontredderde republiek

Auteur(s)
Doornaert Mia
Uitgever
Polis
ISBN
978 94 6310 090 8

Ontredderde republiek

Niet enkel Koen Dillen is een kenner van Frankrijk. Ook Mia Doornaert (°Kortrijk, 1945), misschien de laatste rechtse stem en pen in het dagblad De Standaard, kent de geschiedenis en de politiek van het aloude rijk der Franken. In haar pas verschenen boek “Ontredderde republiek” maakte zij als deskundige en ervaren gids een geestelijke zoektocht naar de ziel van haar tweede vaderland.

Als een echte historica (geen hysterica) schetst Mia Doornaert in de eerste zeven hoofdstukken de hele geschiedenis van ons buurland in een notendop. Zij doet dit snel en met zin voor synthese. Haar stijl is zeer levendig en dus zeer leesbaar. En zij vergeet niet om naast de hoofdlijnen hier en daar ook een aardige of sappige anekdote te vertellen. Zij is nog steeds een journaliste en een columniste die weet hoe zij haar lezers moet charmeren en op de hoogte houden. Zij werkte een tijdje voor de Ieperling Yves Leterme, de ondertussen gevallen politicus van christendemocratische signatuur, die zelf een tijd in Parijs heeft gewerkt. Toch kan ik de lezer die alles wil weten over de geschiedenis van het niet altijd douce France met klem aanraden eerder werk van de Franse historicus Jules Michelet (1798-1874) te lezen. Michelet heeft zowel over de Franse Revolutie als over de hele geschiedenis van Frankrijk geschreven. Zo kocht ik ooit voor een zacht prijsje een keuze uit zijn teksten (Parijs: Flammarion, 2008), waarin alles nog beter en kleurrijker wordt beschreven en verteld.

Het recente verleden

Over het recente verleden, vanaf generaal Charles de Gaulle, die in 1958 voor de tweede keer aan de macht kwam dankzij een groep Franse generaals en hogere officieren in Algiers, kan de lezer ook bij Doornaert een en ander vinden.

Zo schrijft zij in het zevende hoofdstuk getiteld ‘Republikeinse monarchie’ op pagina 111: “Frankrijk wordt in het buitenland niet meer serieus genomen. Als jonge journaliste ontmoette ik Alain Peyrefitte, gewezen minister en naaste medewerker van De Gaulle. ‘U kunt zich niet voorstellen’, zei hij, ‘hoe vernederend het in die tijd was om in het buitenland altijd weer de ironische vraag te krijgen van rappelez-moi un peu, wie is nu ook weer uw minister-president?’ Na de terugkeer van het bewind van De Gaulle zal een oude tegenstander zeggen dat de generaal Frankrijk ten tweede male gered heeft: ‘Il a déridiculisé la France’ (Hij heeft Frankrijk on-belachelijk’ gemaakt).”

Dit wat lange citaat maakt misschien duidelijk waarom dit boek van Doornaert wel de moeite waard is. Zij schrijft nooit saai, en zij heeft zich serieus verdiept in haar onderwerp dat ik als volgt zou kunnen samenvatten: hoe komt het toch dat de chauvinistische Fransen in de Vijfde Republiek zich op het politieke domein zo ongelukkig en ontredderd voelen, en blijkbaar niet goed meer weten welke ideologie of welke politieke leider het land kan leiden en gidsen in de eenentwintigste eeuw? De laatste drie hoofdstukken zijn dan ook getiteld ‘Nulpunt Hollande’, ‘Een lange geschiedenis van terreur’ (een lang en indrukwekkend hoofdstuk) en ten slotte het wat korte hoofdstuk ‘Nieuwe dokter, oude kwalen’.

Het fenomeen Emmanuel Macron

Dat ook dit boek beperkt blijft door brandend nieuwe ontwikkelingen is een spijtige zaak. In haar boek was geen ruimte meer voor het verrassende neoliberale of postmoderne fenomeen Emmanuel Macron, die door een gelukkige samenloop van omstandigheden momenteel zeer hoog scoort in de peilingen. Ook de politieke actualiteit marcheert onverbiddelijk naar de dag van morgen. Maar ook onze lezers beseffen dat peilingen niet altijd betrouwbaar zijn. En wie in Parijs veel aandacht krijgt, is daarom in de provincie of in La France profonde nog niet zeker van de voorkeur van de kiezer. Kortom, het boek van Doornaert is zeer leesbaar en nuttig voor zij die de toestand in Frankrijk momenteel niet begrijpen of aanvoelen. Maar zij had wel voor een personenregister en een korte bibliografie mogen zorgen. Bovendien kan ook zij de ontreddering in Frankrijk niet echt verklaren of duiden. Aan het eind van haar boek schrijft zij: “Men kan alleen maar zeggen: Bonne chance, Monsieur le Président. En Bonne chance, la France.”

En wie weet, niemand weet het, vergist zij zich wel en moest zij misschien schrijven Bonne chance, Madame le Président.