Het Europese continent lag er rustig bij op de ochtend van 28 juni 1914, toen aartshertog Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie Chotek het station van Sarajevo binnenreden. Zevenendertig dagen later waren zij vermoord en was de Eerste Wereldoorlog begonnen. Het conflict dat die zomer ontstond, bracht vijfenzestig legers op de been en eiste drie wereldmachten en twintig miljoen mensenlevens op. Nog steeds valt de aanloop tot de Eerste Wereldoorlog op door haar rauwe herkenbaarheid: zelfmoordterroristen, schimmige ondergrondse bewegingen en massahysterie beheersten Europa.
Christopher Clark benadert de mythische Eerste Wereldoorlog alsof hij vandaag zou kunnen uitbreken en maakt met Slaapwandelaars een levendige reconstructie van de feiten. Clark put uit de interessantste archieven, bouwt zijn verhaal even grondig als adembenemend op, en laat alle hoofdspelers aan bod komen. Hij vertelt het verhaal van beslissers – koningen, keizers, ministers van Buitenlandse Zaken, ambassadeurs, commandanten en een horde lager veplaatste militairen – die het gevaar naderden met voorzichtige, berekende stappen, met aandacht voor dreiging en risico, maar blind voor de gruwel die ze onherroepelijk teweeg zouden brengen.