Ten westen van Brussel ligt in Vlaams-Brabant, ingeklemd tussen Zenne en Dender, een streek die veeleer een gevoelsgeladen begrip is dan een geografisch gegeven. We hebben het over het Pajottenland – de naam werd in 1845 ‘uitgevonden’ – bestaande uit 47 gemeenten en dorpen. De grenzen ervan zijn nogal vaag uitgetekend, met Halle als ‘zuidergrens’, Galmaarden en Ninove in het westen. Ternat en Groot-Bijgaarden in het noorden en Dilbeek, Itterbeek en Vlezenbeek palend aan de hoofdstad. Het hele Pajottenland wordt getypeerd door een lieflijk, rustiek landschap: lichtjes heuvelachtig met tal van riviertjes en beken.
Er is al een pak boeken en brochures over het Pajottenland verschenen, ook over de geschiedenis ervan. Maurits van Liedekerke, Pajotter in hart en nieren en onder meer gewezen hoofdredacteur van het Volksunie-weekblad ‘Wij’, vatte het schitterende idee op een boek te wijden aan 75 verdienstelijke Pajotters (zeventig mannen en vijf vrouwen). Of een biografisch woordenboek van inwoners uit het Pajottenland. Vandaar ook de titel van het mooi uitgegeven boek: “Van Abbeloos tot Zeppos”. Mgr. Jan-Baptist Abbeloos was rector van de Leuvense universiteit, en de tv-figuur Kapitein Zeppos kent wellicht eenieder nog.
Vele bekende namen
De in het boek behandelde figuren genieten al dan niet buiten het Pajottenland bekendheid. In de eerste plaats komen diegenen aan bod die in de streek geboren zijn en er geleefd en/of gewerkt hebben. In dat verband kan het verbazing wekken dat ook de latere schrijver en verzamelaar Ernst Jünger kort aan bod komt. In 1915 verbleef Jünger enkele dagen als oorlogsvrijwilliger in Herne en nadien schreef hij met lovende woorden over zijn verblijf daar.
Het grootste aandeel namen die aan bod komen zijn die van flaminganten en Vlaams-nationalisten. Een kleine greep: Gustaaf en Hendrik Borginon, Pol de Mont, Frans, Karel, Emiel en August van Cauwelaert, Alexander Donckerwolcke en, uiteraard, de volkspoliticus en stichter/leider van het VNV Staf de Clercq. Zijn naam komt in het aansluitende register overigens het meest voor.
Verder komen onder meer aan bod: journalist Marcel van Nieuwenborgh, vertaler Peter Mertens, jeugdauteur Albert Baeyens, heemkundige Albert Baeyens, dichters Ben Gami en Bert de Corte, organist Jozef Sluys, de politici Daan Vervaet en Edmond Doms, kunstenares Adrienne Marivoet, zanger Kurt Fleming en Johan de Maegt, de vader van het Vlaamse cursiefje.
Ook Pol de Valck of Brasser, decennialang huistekenaar van ons eigenste ’t Pallieterke, krijgt de nodige ruimte. Hij tekende meer dan 15.000 cartoons. De meest opvallende figuur die in het boek voorkomt, is Victor de Klerck, de Dikke van Pamel, ooit de zwaarste man van België. Als elfjarige woog hij al 112 kilogram. Je denkt dan aan de ellende die de man moet gekend hebben. Hij werd amper 37 jaar.
De lemma’s zijn zeer informatief opgesteld en steeds wordt hun betekenis voor het Pajottenland geschetst. Aan het einde is er een korte bibliografie. Ieder lemma bevat ook een of meer illustraties.
Een puik werk, aanbevolen voor al wie interesse heeft voor het hart van Vlaanderen, want zo mogen we het Pajottenland ook wel noemen.