Waarom haten ze ons eigenlijk?

Auteur(s)
Bosch Frits
Uitgever
De Blauwe Tijger
ISBN
978 94 92161 260

Waarom haten ze ons eigenlijk?

Waarom haten ze ons eigenlijk, vroeg de Nederlandse tv-journalist Jeroen Pauw zich af na de aanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en in metrostation Maalbeek in Brussel. Zeventien auteurs proberen daar een antwoord op te formuleren in het boek “Waarom haten ze ons eigenlijk”, uitgegeven bij de Nederlandse uitgeverij De Blauwe Tijger.

Bij die zeventien auteurs vinden we dertien Nederlanders, een Amerikaan, een Française en twee Vlamingen (Sam en Wim van Rooy). Tussen die 17 bevinden zich zowel autochtonen als allochtonen, en de meeste auteurs (maar niet allemaal) zijn islamkritisch. In de ploeg zitten zowel islamologen als niet-islamologen, arabisten als niet-arabisten, echte als would-be-intellectuelen.

Het resultaat is een bonte en boeiende kaleidoscoop van meningen met betrekking tot de (radicale) islam en hoe we daar best mee omgaan. De lezer kan aldus genieten van de filosofische benadering van Paul Cliteur en Machteld Zee, de ietwat naiëve visie van Jan Jaap de Ruiter, de epistemologische benadering van Halim El Madkouri, de bijbel- versus korankritiek van Sebastien Valkenberg, een wat langdradige bijdrage van Sam van Rooy, de clash of civilizations versus de clash within civilisations-visie van Gert Jan Geling, de zaag-en-klaagbijdrage van Sultan Izz ad-Din Ruhulessin, het ietwat barokke stuk van Wim van Rooy, et cetera. De redactionele coördinatie van het geheel ligt bij Frits Bosch.

Omdat we nu eenmaal een slecht karakter hebben, kunnen we het niet laten wat te vitten over details. Zo beschouwt Gert Jan Geling de Turkse auteur Mustafa Akyol als een schrijver tegen het islamisme (over het reële of vermeende verschil tussen islam en islamisme wordt overigens uitgebreid ingegaan in het boek). Twijfelachtig, want in zijn boek Islam without extremes (2013) zingt Akyol de lof van de AKP-partij van de Turkse president Erdogan. Paul Cliteur beschouwt Tariq Ramadan als een “geleerde die een vrijzinnige en modernistische interpretaie geeft aan islamitische bronnen”. Een verrassende uitspraak van een voor het overige toch heel islamkritische auteur. Tenslotte betekent het islamitische basisbegrip tawhid niet “eeuwig, overanderlijk”, zoals Wim van Rooy herhaaldelijk beweert, maar slaat dit op de zogenaamde eenheid van God (een monotheïstische visie op God, in tegenstelling tot een polytheistische benadering). Niet toevallig is tawhid afgeleid van het woord wahid, en dat is het cijfer één in het Arabisch.

“Waarom haten ze ons eigenlijk” is een boek dat wij warm aanbevelen omdat het een nuttige bijdrage levert tot een discussie over de (radicale) islam, (de)radicalisering en integratie, thema’s die – en laten we eens een open deur instampen – actueler zijn dan ooit.