Ziel van mijn ziel

Auteur(s)
Claes Paul
Uitgever
De Bezige Bij
ISBN
978 90 234 9006 7

Ziel van mijn ziel

De alwetende academicus en auteur Paul Claes (°Leuven, 1943) die al meer dan honderdvijftien boeken op zijn naam heeft staan, is niet zomaar een irriterend narcistisch dichtertje. Hij is ook nog eens bijzonder actief als essayist, polemist, lexicograaf, linguïst, romancier, vertaler en bloemlezer. Hij aarzelt niet om ons zijn kennis van het Latijn, het Frans (hij vertaalde onze Gezelle in die taal), het Duits (hij ontraadselde de raadsels van Rilke) en het Engels (hij vertaalde T.S. Eliot) tentoon te spreiden. Ook het oude Grieks van Herakleitos (Alles stroomt) kent voor hem geen taalkundige geheimen, maar de vraag is wat en hoe hij schrijft in zijn nieuwste dichtbundel Ziel van mijn ziel in het Nederlands of het moderne Diets?

Recentelijk verscheen bovendien, in wel heel kleine lettertjes, het “Groot retorisch woordenboek” bij Vantilt te Nijmegen (een lexicon van stijlfiguren), en ik weet dat hij alweer aan een nieuw boek werkt; een Nederlandse vertaling van T.S. Eliot.

Is Paul Claes een literair genie?

Het houdt niet op. De klok tikt blijkbaar ongenadig voor deze Vlaamse schrijver, die meer en meer de allure van een onvermoeibaar en ongenadig literair genie krijgt. Het begon allemaal met zijn fascinatie voor en door Hugo Claus, van wie hij de gedichten als geen ander bestudeerde en onder het licht van de leeslamp ontleedde. De intertekstualiteit of de verborgen verwijzingen naar verzen van andere Meesters, kon Claes diepgaand becommentariëren. Zijn strafste prestatie tot op heden is ongetwijfeld zijn Frans boek La clef des Illuminations (2008), waarin hij de duistere thematiek en lyriek van niemand minder dan Arthur Rimbaud decodeerde. De jeugdige adolescent Rimbaud, die door vele deskundigen als het Franse literaire genie wordt beschouwd en nog vóór zijn eenentwintigste ophield met het schrijven van poëzie om in Abessinië als avonturier verder te leven. Claes debuteerde eerder laat, in 1979, nadat hij eerst goed had gelezen en gestudeerd. Maar sedert het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw gaat er geen jaar voorbij of er verschijnt een dik boek of een dun boekje van zijn hand. Het meest recente is Ziel van mijn ziel, een wat gedurfde ouderwetse titel – want wie heeft nu nog een ziel – en wie durft zijn ziel nog bloot te leggen? De bundel is in elk geval mooi uitgegeven en bevat vijf delen. Het meest indrukwekkende deel is ‘Animula’, twaalf zielgedichten voor Christine D’haen, de grote dichteres die zes jaren geleden overleed te Brugge. Zij was zijn vereerde vriendin. In het Duits zou men ongetwijfeld kunnen spreken van een mooie Wahlverwandschaft (zielsverwantschap). Het ontroerende en voor één keer zeer eenvoudige gedicht ‘Adieu’ begint zo:

Iedereen zei Christientje,
ten slotte zei jij het ook,
maar het verkleinwoord
kon jou niet verkleinen.

De hele lijkstoet en de andere doodssonnetten van Paul Claes zijn gedrenkt in zijn ernst en zijn droefheid. De drieëndertig variaties van de cyclus ‘Zieltje’ (in de stijl van Jan Moritoen, Jules Deelder, drs. P, Gerrit Komrij en vele overbodige anderen) storen en ontkrachten eigenlijk een beetje de toon van zijn andere elegieën of treurgedichten. Toch is ook dit boek weer uniek, maar Claes is pas echt op en top geniaal of magistraal als vertaler en commentator. Zoals in zijn zeer leesbaar en leerzaam studieboek Zwarte Zon (Nijmegen, Vantilt, 2013). En dit door zijn stilaan alombekende geleerdheid en zijn diepgaande kennis van onze klassieken, onze modernen en alle anderen. In zijn eigen gedichten mist hij soms nog de wilde, baldadige gedrevenheid en de radeloze romantiek. Soms lijkt het wel of zijn kennis van de semantiek en de rijmdwang hem hindert om alsnog de sprong te wagen buiten het strak aangespannen korset van het sonnet.